De Kelten, dat waren de eerste bewoners van deze mooie plek: een beschermende rots en een bocht in de rivier. Ze woonden er gewoon en tevreden. Toen de plaats groeide werd het tijd voor een naam. De toenmalige heerser riep een raad der wijzen bijeen om een naam te zoeken. Een nacht vergaderen leverde niets op. Ten einde raad riep de heer bij het ochtendgloren de hulp in van de goden. En onmiddellijk verscheen een fee in de azuurblauwe lucht en sprak: geliefden – u heeft een mooie plek op aarde gevonden – deze verdient een naam waardig voor de eeuwigheid – de rots en het water, de bron – noem het Brantome en zorg goed voor uw paradijs.
’t Is een mooi klein plaatsje en hoofdstad van een kanton van zo’n 7000 mensen. Iets minder dan de helft van dit gebied bestaat uit bos. Brantome is een toeristentrekker dankzij de Benedictijner abdij (gesticht door Karel de grote in de 9e eeuw), de bijhorende gotische kerk (oorspronkelijk uit de 12e eeuw, maar in de 19e eeuw flink onderhanden genomen door een leerling van de roemruchte bouwmeester Viollet le Duc), het klosstercomplex, de omringende stad en de prachtige ligging in het beschermende groen en de voedende rivier. In menig toeristengids is Brantome ‘een omrit waard’. Behalve de bossen, staan er in dit gebied veel vruchtenbomen en notenbomen. De rivier de Dronne, is de grootste rivier in dit gebied.
Menig toeristengids is er ook niet over uit of Brantome nu tot de Perigord Blanc of Vert behoort – ’t Is hier wel erg groen – in dat groen van Brantome liggen hunebedden verscholen (hier ook pierre levéé genoemd, verheven stenen) – van de Romeinse tijden is niets dat rest. De rots van Brantome moet in de vroeg christelijke tijd de nodige aantrekkingskracht hebben gehad op de gelovigen die hun leven als een kluizenaar wijdden aan god. De concentratie van de kluizenaars en de grote populariteit van de Benedictijner kloosterorde leidden tot de stichting van het klooster in Brantome. Strijd over en weer, de honderdjarige oorlog – pas na verloop van tijd krijgt het klooster de allure die het vandaag de dag heeft. Dat het franse hof Brantome tot één van haar steunpunten betitelde, droeg daaraan zeker bij.
Brantome vormt ook de toegang tot het Parc Naturel Régional Périgord-Limousin en tot de vallei van de Dronne – behalve cultuur vindt u hier dus ook de nodige natuur en ontspanning daarin.
Brantome heeft meerdere hotels en in directe omgeving vindt u volop chambres d’hotes, campings zijn er natuurlijk ook. Het plaatsje kent mede dankzij de toeristen een bloeiende middenstand.
SAINT JULIEN DE BRANTOME
Ook hier leefde men al in ver vervlogen tijden. Saint Julien is een klein dorpje verscholen in het groen rond een leuk kerkje. Waarschijnlijk is het dorpje gesticht in de gallo-romeinse tijd – maar iets ouders dan de 11e eeuwse kerk treft u hier niet aan. In die kerk overigens, vindt u wel een heel oud doopfont.
St Julien biedt verder de rust van het platteland, kent een aardige buitenlandse kolonie – de inwoners die niet als boer werken, vertrekken iedere morgen naar Perigueux of Angouleme. Het bos is hier in evenwicht met de landbouw. In het dorp kunt u emailleerfabriek bezoeken. Vanuit het dorp leiden verschillende wandelroutes door de omgeving. Vlak buiten het dorp is een village des vacances met alle faciliteiten.
VALEUIL
Valeuil is oorspronkelijk een parochie uit 1107 en gewijd aan st Pantaléon die u weer terugvindt in het raam van de kerk van het dorp. Het dorpje is tegen een heuvel geplakt en kijkt uit over de vallei van de Dronne. Door het dorp lopen twee grote wandelroutes, één op weg naar de Pyreneen en de ander eromheen, naar Santiago de Compostella.
In de directe omgeving vindt u behalve de natuur ook nog enige hunebedden (dolmen), het chateau de Ramefort en water om in te spelen. Blijft u er iets langer, volg dan de route langs de rotsen voor een leuke wandeling.
BOURDEILLES
Een bescheiden maar o zo fotogeniek plaatsje. Met bakkertje – hotelletje – café-tabac – supermarkt. Ook voor toeristen staat men hier open en heeft men veel voorzieningen: zwembad, tennisbaan en zelfs een overnachtingsplek voor campingcars.
Bourdeilles heeft haar kastelen als trekpleister. Het middeleeuwse kasteel is overal in Bourdeilles te zien. Er hoort een molen bij maar ook een brug, een versterkinging, een grote toren – ooit was Bourdeilles de meest voorname van de vier baronnen van de Perigord.
In het overal aanwezige en grote, feodale kasteel werd in de 16e eeuw een renaissancekasteeltje opgericht. Naar verluidt om Catherine de Médicis te ontvangen. Dit kasteeltje bevat een mooie collectie meubelen. Beide kastelen kunt u met één kaartje bezoeken.
Bourdeilles zit verder vol met kleine steegjes en hoge muren. Samen met een bezoekje aan Brantome hebt u met Bourdeilles voor meer dan een dag plezier. Maar, u kunt hier natuurlijk ook uw kamp opslaan en deze plaats verkiezen als uitvalbasis….
LISLE
Ooit sprak men hier van Insula – de oude burcht van Lisle werd omringd door vestingmuren en kent daarin twee poorten: één naar Bourdeilles de ander naar Périgueux. De stromen uit de bron van Bullidour maakten van deze bourg een klein eilandje.
Bezienswaardig in Lisle zijn: de wasplaats van Bullidour, de romaanse kerk, de dorpshal en de kastelen. U kunt er in gites verblijven en heerlijk wandelen. Zwemmen en varen in en op de Isle is ook mogelijk.
Lisle is een levendige gemeente met café’s, winkels bank en pizzeria. Regelmatig worden hier dorpsfeesten georganiseerd.
BUSSAC
Op de kruising van de D2 en de D109 vinden we Bussac. Een kleine gemeente met de mooie rivier de Dronne binnen de grenzen. Vissen is dan ook de moeite. U kunt hier forellen en rivierkreeftjes vangen. De rivier komt daarbij door gehuchten met namen als ‘kikkergezang’, en ‘spingend schaap’ (Chante grenouille, Saute mouton).
Bussac dateert uit de romeinse tijd en betekend in latijn ‘mond’. Het oude dorpje is gebouwd rond een romaanse kerk uit de 12e eeuw. Men leeft hier van de traditionele landbouw: gemengde bedrijven, veeteelt en landbouw in één boerderij. De wandelroutes vertrekkend uit dit dorp leiden langs oude graanmolens op de Donzelle en een prachtige duiventil. Apart is ook de weg der leprozen: een route die leidde naar een ziekenboeg die de tand des tijds niet heeft overleefd. Naar deze plek werden de leprozen verbannen in de voorgaande eeuwen.
De bossen in de omgeving van Bussac ruiken in het najaar naar de cèpes, die na een regenbui overal uit de grond schieten. Bussac kent een gemeenschappelijke voorziening met de naam Phénix: u vindt er een kruidenier, een café en restaurant.
BIRAS
Biras komt voort uit een parochie en vinden we het eerst in de geschriften uit de 12e eeuw. Het dorpje hoorde bestuurlijk een bij Valeuil, maar de mensen bij het Chasteau de La Coste.
Dit kasteel is vier eeuwen in handen van markies Dulau geweest, maar kwam aan het einde van de 19e eeuw in handen komt van de huidige eigenaren die het dan laten restaureren in de hedendaagse staat. Eigenlijk leefde iedereen in dit dorpje een beetje voor het kasteel en de omgeving ervan.
SENCENAC PUY DE FOURCHES
De twee kleine dorpjes waren in 1829 al zo gekrompen dat ze bestuurlijk werden samengevoegd. U vindt hier dus veel groen en bossen en weinig huizen.
Vermeldenswaardig is de kerk van Saint Symphorien uit de 12e eeuw. Deze zou gebouwd zijn van stenen van een oude romeinse tepel, waarvan de enige zuil ook terug te vinden is in de kleine bourg van Sencenac. Overigens was dit plaatsje ooit eens eigendom van de koning van Navarre (de tijden rond 1580). Uit die tijd dateren nog de herenhuizen in deze omgeving, zoals Teyrat, Vialle en Borie Fricart.
Puy de Fourches is wat moderner: het hedendaags centrum met gemeentehuis, school en feestzaal – wat wil de Perigordijn nog meer (café?) rond de kerk van Onze lieve vrouwe, die door de Tempeliers werd gesticht. De hedendaagse kerk is het resultaat van een restauratie uit 1688. Vanaf het pleintje voor de kerk (vroeger begraafplaats) kunt ub bij helder weer de bergen van de Auvergne zien. U kunt hier slapen in gites
EYVIRAT
Eyvirat is een plattelandsgemeente die vooral rust te bieden heeft. En vele soorten landschappen. U kunt er door heen wandelen over drie uitgezette wandelroutes. Behalve het hoofddorp (de bourg) vindt u her en der gehuchten.
Sinds 1891 is het hier op de 2e zondag in augustus feest. Men toont dan de rozenkrans van het jaar. Deze gebeurtenis komt voort uit een nalatenschap van een bewoonster die een fonds gesticht had waaruit ieder jaar twee jonge, arme dames geld ontvingen: zij moest wel uit Eyvirat komen en een deugdzaam bestaan leiden. Inmiddels bestaat het fonds niet meer, maar nog altijd worden jonge dames op deze dag in het zonlicht geplaatst.
AGONAC
Agonac is een flinke plaats in de valley van de Beauronne: de prehistorische vindplaatsen van Borie-Vieille en Cadagnes getuigen van langdurige menselijke aanwezigheid.
In de 10e eeuw kiest de bisschop de huidige plaats voor Agonac. De moeilijk toegankelijke heuvel is ideaal en vier forten moeten bescherming bieden aan de bewoners: vooral de noormannen zijn in die tijd een ware plaag. Het kasteel van vandaag is waarschijnlijk ooit een van de vier forten geweest. In Agonac vindt u verder nog een 13e eeuwse kerk en tal van kleinere oude herinneringen.
SAINT FRONT D'ALEMPS
Een klein stadje waar het goed vertoeven is. Het licht in een mooi valleitje waaruit de rivier de Alemps zich in de Beauronne stort en licht mooi tussen Brantôme, Thiviers en Périgueux.
In dit oude plaatsje vindt u volop herinneringen aan het verleden: een oude kerk, de sites van la Roche Pontissac en Pompis, de heerlijkheid Brochard de ruïne van het château de Rochemorin et dingen als de duivenil van Masset maar ook de cabane de vigne (druivenschuur) en de oude broodoven van het dorp.
VAL DE DRONNE
Alle plaatsjes in het bovenstaand overzicht zijn toeristisch verenigd in de Val de Dronne. De Dronne is zeer zeker een van de mooiste riviertjes van Frankrijk. In de zomermaanden is er bijna iedere dag wel een evenment in één van de gemeentes in de omgeving.
Vanuit deze omgeving zijn tal van kastelen, abdijen te bereiken. Niet in de Dordogne, maar wel van hieruit te bereiken en in de vallei van de Dronne is ook de ondergrondse kerk van Aubeterre (Charente), zeer de moeite waard. Het dorpje hoort zelf bij de reeks van mooie dorpjes van Frankrijk.
Verder kunt u kayakken in Brantome, Bourdeilles en Isle, zwemmen in de rivieren en in het plan d’eau van Isle. Vissen kan overal en de omgeving kent diverse vliegclubjes voor hen die hun vlieguren moeten maken voor hun vliegbrevet.