Champagnac is één van de weinige gemeentes in de Dordogne waarvan het inwonertal groeit. Ondanks deze groei en de aanwezigheid van een bakkersfabriek waar meer dan 300 mensen werken, blijft Champagnac wel een dorps karakter houden. De boerderijen rondom het dorp en hun gemengde bedrijfsvoering zorgen voor het landelijke karakter.
In de gemeente zijn volop resten gevonden die duiden op een rijke historie: vanaf de prehistorie, door gallo-romeinse tijden naar de middeleeuwen en deze tijd: hier hebben altijd mensen gewoond. U vindt hier het Château de La Borie Saulnier dat, evenals de kerk dateert van de 16e eeuw. Dichtbij het dorp ligt het Forêt de la Borie en kunt u op pad in de Vallée de la Dronne.
Een bloeiend dorp als Champagnac heeft natuurlijk de gebruikelijke middenstand zoals de boulangerie pâtisserie, de epicerie en de superette. En maar liefst twee restaurants, één met café en één met een hotel. Vanuit het dorp is het goed wandelen en in het dorp is een zwembad en een tennisbaan.
VILLARS
Villars is een bourg in het centrum van de gemeente waaromheen een veertigtal kleine gehuchten gevestigd zijn. Het is een prettige gemeente met een aanzienlijke geschiedenis, een zacht klimaat en authentiek in al z’n facetten: de manier van leven, de producten die verkocht worden, de gastronomie.
Op het land wisselen bos en veld elkaar af, doorsneden met beekjes en riviertjes. Het dorpje zelf heeft niet meer middenstand dan een bakker, een kruidenier en een kapsalon – voor de andere boodschappen moet u naar Champagnac, want ook hier is een groot deel van de bevolking het platteland ontvlucht op zoek naar welvaart en werk: in de jaren vijftig woonden hier net als in bijna alle andere dorpen van de Dordogne drie keer zoveel mensen!
Grotten en kasteel
In de prehistorie huisden hier mensen die werkten in mijnen en die daardoor handelaren op zich af zagen komen. In de 13e eeuw werd een kerk en abdij (een hedendaagse ruïne) gebouwd, maar het beroemdst is natuurlijk de La Grotte de Villars, ontdekt in 1953 door de speleoclub van Périgueux. De grotte de Villars is het grootste onderaardse complex van de Perigord, waarvan nu 13 kilometer in kaart is gebracht – nog altijd niet volledig.
Het Château de Puyguilhem (te bezichtigen), is een juweel uit de vroege renaissance – elegant en bijzonder goed geconserveerd (en daar waar nodig goed gerestaureerd) met enige voorwerpen van cultuurhistorisch belang. Ten tijde van Frans I was dit een van de meest belangrijke kastelen in Frankrijk, in het midden van de vorige eeuw stond het lange tijd leeg – maar na aanschaf door de staat werd het tussen 1940 en 1960 gerestaureerd. http://www.grotte-villars.com/
LA CHAPELLE FAUCHER
Zon, cultuur en toerisme vindt u in dit charmante dorpje boven in de valley verborgen achter de kasteel van het dorp dat uit de 13e eeuw stamt. Het dorpje bevat maar liefst 4 kerkjes, de Notre Dame uit de 12e eeuw, de kerk van de Maagd en kind uit de 13e eeuw, de kapel bij het kerkhof, de kerk van Petit Jumilhac en de kapel van Puymartin (tegenwoordig privebezit).
In de 19e eeuw moet het hier druk geweest zijn, want u vindt hier meer dan 5 molens. U kunt hier slapen in een paar chambres d’hotes. De GR 46 (voor wandelaars) voert door dit dorp.
Het kasteel van la Chapelle Faucher
In de 13 eeuw hoorde het kasteel tot de bezittingen van de burggraaf van Limoges. Deze kreeg het zwaar te verduren in het tweede deel van de 100-jarige oorlog en zo werd het kasteel en dorpje flink verruïneerd. Het kasteel en dorp werden rond 1460 verkocht aan de hertog van Guyenne die een deel weer liet opbouwen in renaissancestijl. Vanaf 1515 kwam het kasteel in handen van de familie De Bruc Chabans, die het tot op de dag van vandaag in handen bewoond. (’t Is wel gemoderniseerd en u kunt er een fuif geven tot 280 personen in de grote zaal, inclusief trouwen).
http://www.chapellefaucher.com/
CANTILLAC
Cantillac ligt in een groene vlakte tussen de kruisende wegen van Nontron en Angouleme. De helft van de gemeente grond bevat dan bos, al zie je er niet veel van in het dorpje zelf.
Men leeft hier van de landbouw en een beetje van de bosbouw. Een recent gevestigde zagerij en een meubelmakerij moeten dit dorp weer in de vaart der volkeren doen opstoten.
SAINT PANCRACE
Saint Pancrace is een dorpje waaraan de tijd lijkt voorbij te gaan. Het is er stil tussen bladeren en bloemen, in die straten met oude huizen.
Het plaatsje organiseert in het toeristenseizoen wel de nodige activiteiten om de toeristen te trekken. Dat gebeurt natuurlijk op het dorpsplein, niet ver van het ene café restaurant.
QUINSAC
Waarschijnlijk kent deze gemeente z’n oorsprong in Romeinse tijden Quintius of Quintus lijkt de eigenaar van een oord geweest te zijn, alhier. Er zijn meerdere vondsten gedaan die dat lijken te staven, zoals een gallo-romeinse vestiging als Villevialle (vieille villa, oude villa) ou Jayac.
Men doet hier aan bosbou en een beetje aan toerisme: er zijn enkele kamers te huur bij de boer.
De latere geschiedenis van Quinsac is natuurlijk verbonden met het kasteel, het Château de Vaugoubert. Ooit een middeleeuws kasteel, werd het door een verloren zoon, die kapitaal tijdens een verbanning naar Spanje had vergaard, bijna volledig tegen de grond geslagen en weer opgebouwd tot het kasteel wat u vandaag kunt zien.
Bijzonder mooi in Quinsac is de oude brug over de Dronne uit 1740, vervaardigd door de dorpelingen.
LA CHAPELLE MONTMOREAU
Het dorpje La Chapelle Montmoreau bestaat uit een groepje huizen aan de weg. Kerkje, feestzaaltje, beekje. Het bos is het paradijs rond het dorp: men leeft hier van de houtkap en het zagen van plankjes.
In het midden van het dorp vind u het 12e eeuwse kerkje, niet ver ervandaan de herenboerderij van Lamberterie, oorspronkelijk een priesterwoning uit de 11e eeuw. In de winter kunt u hier cresson (waterkers) uit de riviertjes halen. Dat betekent een heel schoon milieu.
CONDAT SUR TRINCOU
Hangend boven een valley vindt u de bourg van Condat die op zo’n 30 meter hoogte een overzicht heeft ovr de vallei van de Trincou, een rviertje dat wat verderop in de Cole stroomt.
De inwoners van Condat sur Trincou vindt u niet alleen in de bourg, maar ook in de bijhorende dorpjes Roc en Valade. Het dorpje kent volop resten die duiden op een lange historie van bewoning door mensen
Uit de prehistorie vindt u hier nog het Dolmen de Fouret, de Menhir van Fouret – een grote driekige kalksteen. Uit de Romeinse tijd dateert de Dieu tricéphale Cernunos, die gevonden werd bij St Laurent de Gogabaud en nu bewaard wordt Bordeaux. Evenals de Dame au catogan een romeins gebeeldhouwd hoofd, dat in een kasteelkelder werd ontdekt – beide uniek in de Périgord.
Tja, en dan de middeleeuwen: van het klooster en de kapel is niet veel meer over. De oude bourg zelf, is natuurlijk een grote getuige van een vervlogen tijd. De zuilen bij de toegang van het dorp staan nog overeind, het kerkje en het dorp zijn om de locatie ene bezoekje waard, het kerkje neemt u maar mee.
LA GONTERIE BOULOUNEIX
In de bourg van Gonterie werd vroeger het ijzerwerk voor deuren en ramen gemaakt, die in de hele Dordogne verkocht werden.
De oude kerk van de gemeente vind u in het dorp Boulouneix. Niet ver van de rivier de Boulou, vindt u de grot van Sudrie en Nègrerie, een grote galerie onder de rotsen van de vallei van de Boulou. Het belangrijkste evenement van de gemeente vindt ieder jaar plaats op 15 juni: de veemarkt. U kunt u hier natuurlijk lekker gaan wandelen en paardrijden. La Gonterie Boulouneix is gewoon een rustig dorp in de bossen.