BELVES
& OMGEVING:
Belvès is een middeleeuwse ommuurde stad met
7 torens. Een pareltje van een stad waarvan de naam hoogstwaarschijnlijk afkomstig is uit het
Keltisch. Ooit, zo'n 250 jaar voor onze jaartelling
woonde hier een Keltische stam, de Bellovaken
Straten hebben mooie namen in Belves, la Rue
du Bout du Monde ("de straat naar het einde van de wereld)
of la Rue de lOiseau qui Chante ("De straat an de zingende
vogel. Het stadje is even mooi als de welluidende namen.
In het centrum vindt u een overdekte markt van meer dan 500 jaar
oud, aan één van de palen die het dak draagt vindt
u zelfs nog de ketting waaraan men vroeger de burgers in overtreding
vastnagelde. De straten zijn prachtig met tal van oude huizen die
aan een glorieus verleden herinneren.
Onder het marktplein, evenwijdig aan de latere
muren van de 11 eeuw, bevinden zich nog holenwoningen (kerkers),
daterend van ver voor de jaartelling. Waarschijnlijk zijn het al
holenwoningen geweest in de prehistorie. Sinds mensenheugenis zijn
ze bewoond geweest en vanzelfsprekend bewerkt. Aan het einde van
de middeleeuwen zijn ze in de vergetelheid geraakt en dichtgegooid
met afval. Ze waren waarschijnlijk voor altijd en eeuwig vergeten
als er in het begin van de vorige eeuw er een kar door het plafond
was heengezakt. Om verdere gaten te voorkomen gooide men de herontdekte
ruimte vol met afval om het afval pas weer te verwijderen in 1989
en zo de ondergrondse kerkers voor toeristen toegankelijk te maken.
Naast de kerkers biedt Belves tal van schoons
en organiseert het tal van activiteiten in het toeristenseizoen.
Belves is een omritje waard.
Wat is er allemaal te doen?
- dinsdagavond: stadwandeling met fakkels (vertrek
vanaf 21 uur op de markt)
- woendagmiddag :boerenmarkt ,et autentieke
producten van het land
- woensdagavond: smikkelen op het stadsplein
barbecue, pizzas, salades, wel bordjes meenemen
- dinsdag en donderdag, de hele dag: tochtjes
maken door het land van belves: hoe maken ze foie gras, wat doet
de boer met de walnoten, treffels, tradtie en gastronomie - voor
deze tochten moet u zich tenminste een dag van te voren aanmelden
- zaterdagochtend - zateradmarkt, zoals dat
al eeuwen het gebruik is.
- Iedere dag bezoek de stad begeleid door een
gids, inclusief de kerkers onder de stad.
- Juni-Juli-Augustus: ludiek zwembad in Belves
- Festivals: het hele toeristenseizoen door, oa.:
luchtvaartshow, middeleeuws festival (heel leuk, het hele dorp doet
mee), wijnfestival, Bachfestival, dorpsfeesten (fete votive), feesten
met andere dorpen - er is altijd wat te doen. Verder heeft het VVV heeft een aantal wandelroutes in de aanbieding,
en kunt u op Paramoteurs vliegen bij de aeroclub.
Verblijf
Het stadje heeft twee hotels, een aantal campings (2 op de boerderij. Verder kunt u er terecht in een flink aantal gites en chambres d'hotes, zowel in het stadje als er omheen.
SIORAC EN PERIGORD
Oók deze plaats is al in de prehistorie bewoond geweest: wandelend in de omgeving worden nog regelmatig vuurstenen schrapers een bijlen gevonden. Ook van de Gallo Romeinse tijd zijn resten aangetroffen van Gallische nederzettingen.
De middeleeuwse burcht ligt op het kruispunt van twee valleien
waar eens een versterkt kasteel (vernietigd in de 100-jarige oorlog) de toegang bewaakte.
Ook kon men hier eenst een haven vinden voor vissers, voorbijgangers en vrachtvaarders - daar waar nu de 19e eeuwse brug de rivier oversteekt.
Op dit ogenblik wonden er zo´n 1000 mensen in deze gemeente, die voornamelijk van de landbouw leven, gevoed door de Dordogne, en het toerisme, ook gevoed door de Dordogne. Er is een postagentschap en een station der spoorwegen: Siorac leigt op het ijzeren kruispunt Agen-Paris en Bordeaux-Sarlat.
Wat hogerop de heuvels vindt u gehuchten als Les
Sounies, Naudis, Fonsegrive, La Croix, Le Couvent, Campagne, Petit Campagne,
Séguinou, Le Château du Trouillol.
Siorac biedt verder twee hotels, chambres et gîtes en een camping municipal met 58 plaatsen,
strand aan de rivier, verschillende wandelroutes, een discotheek en iedere woensdag een markt.
SAINT GERMAIN DE BELVES
Op de 5e Fructidor in het jaar 3 kreeg deze gemeente de naam St Germain de Belvès. Fructidor, dat was de twaalfde maand van de Frans revolutionaire kalender: de maand van het fruit, ergens in het niet zo revolutionaire Augustus en September. Daarvoor heette het hier de Saint Germain de Berbiguières, de heerlijkheid waartoe het dorp hoorde.
En 1842, kende S Germain nog 550 inwoners, inmiddels is dat minder dan 150 - het merendeel woonde in de middeleeuwse bourg. De kerk in die bourg is nieuw voor deze contreien: 19e eeuws.
Er wonen veel gepensioneerden in het dorp waarvan de grootste aantrekkingskracht wellicht het 18 holes golfterrein is (en het drukke verenigingsleven, maar da´s meer voor de lokale inwoners).
Ook vindt u hier nog impopsante herenboerderijen en landhuizen zoals het huis van de familie Contie uit de 17 e eeuw en die van Marcousin uit de 15e 16e eeuw .
CLADECH
Cladech ligt op een plateau op de hoogte van zo’n 200 meter. De bourg zelf ligt op 251 meter omringt door groen. In het dorpje begint een stroompje die de wijde omgeving van water voorziet tot zij in de Nauze stroomt.
In de bourg, vindt u het manoir de Cladech. Een burcht met vierkante torens en een duiventil. Daaromheen vindt u de dorpshuizen. Het kerkje uit de 18e eeuw is mooi gerestaureerd. Omdat Cladech zo hoog ligt, kan u er ver kijken: Les Milandes, fayrac, Beynac en zelfs (bij mooi weer) de bergen van de Puy de Dôme.
In de mijn die ooit eens was, kan tegenwoordig allerlei amusement gevonden worden
CARVES
In Carves gebeurt niet veel. Of het moet zijn dat een enkeling aanklopt bij het Cluzeau du Petrou waar men een rondleiding op aanvraag kan krijgen. Een Cluzeau is een grottenverzameling, die in Frankrijk doorvorst wordt door speleologen.
GRIVES
Grives is zo’n gemeente waarvan het inwonertal in de zomer verdubbeld. Dankzij de tables d’hotes en een mooie wandelroute. Het spannendste wat er in deze gemeente gebeurt, is waarschijnlijk de jaarlijkse schapenmarkt op 2 augustus.
DOISSAT
Doissat ligt in een causse rijkelijk bebost in een bijzonder groene omgeving. De causse is uit het kalksteen geslepen door door het riviertje Beuze. In deze groene omgeving staat de grootste walnotenboomgaard van Europa. In het centrum van het dorp vindt u de ruïne van een kasteel, dat ooit toebehoorde aan een raadsman van Hendrik de vierde.
In het dorp vindt u verder oa. putten met bijzondere afdaken van leisteen en twee herenhuizen (oa Dieudet) uit de 16e eeuw. Verder kunt u hier het ateliers van een beeldhouwer en een pottenbakker bezoeken, er is iets dat doorgaat voor een ,notenmuseum en vanzelfsprekend is de vallei van de Bauze het bewandelen waard.
MONPLAISANT
Monplaisant is een rustige plattelandsgemeente zonder dorpskern in de vallei van de Nauze. Hier vindt u ook de toeristische attractie van de gemeente het "Economusée" van wol en borduurkunst. Stelt u zich daar niet al te veel bij voor: in een oude molen draait men hier wol en andere kleurrijke draadjes. De gemeente ligt zo dicht tegen Belves aan en er wonen zo weinig mensen dat het eigenlijk een wonder is, dat de plaatsen niet al zijn samengevoegd.
SAGELAT
Het dorp Sagelat draagt de naam van een bourg die voornamelijk op het grondgebied van de buurgemeente Montplaisant staat. Ooit kende Sagelat een belangrijke abdij van de benedictijnen, die de Franse revolutie niet heeft overleeft. Sagelat lag ooit aan de Romeinse weg van Vesona naar Cahors en uit die tijd en de tijd daaropvolgend vindt u nog her en der nog resten in deze gemeente. Als is het maar dat een fiks aantal stenen uit de weg is gehaald en gebruikt om de fundamenten van het kerkje uit de 11e eeuw te bouwen.
In de middeleeuwen vonden er meer zaken van belang plaats in Sagelat. Zo was hier een toernooiveld, een tribunaal, waren er water- en windmolens en werd een moordpoging gedaan op de laatste hertog van Aquitaine, in opdracht van Pepijn de Korte, bij de bron die nu onder het gemeentehuis ligt. Bij Pétrou en Pessarni kunt u van het uitzicht genieten. Verder zijn er de Fontaines Fonfroid en Fontpasserelle.
U kunt er paardrijden en wandelen. Slapen kan bij Chambres d'hôtes à la ferme en een gîte d'étape.
SAINT AMAND DE BELVES
Deze gemeente is vernoemd naar de heilige Amand van Bordeaux. Ooit stond hier het ziekenhuis van Belves: vernoemd naar Amand en bekleedt met tal van privileges.
Het gebruikelijke kerkje (ditmaal uit de 17e eeuw) ontbreekt weer niet, in deze gemeente zonder dorpskern, dat verder drie monumentale oude herenhuizen kent.
Het mooie dolmen (hunebed) in deze gemeente is niet te bezichtigen. U kunt er slapen bij een camping a la ferme of in gites.
SAINTE FOY DE BELVES
Een klein dorpje waarin een paar bijzondere gebouwen staan, het Manoir de Pechmège met aparte waterputten en een kerkje dat dateert uit de 12e eeuw.
Verder stelt het dorpje niet veel voor; de helft van het gemeentegebied in gebruik is als landbouwgrond en de andere helft beslaat bossen.
LARZAC
Larzac ligt bij op de plek waar de riviertjes Nauze en Beuze samenvloeien. Het landschap is typisch van de Perigord Noir: bosjes, valeitjes, dennenbomen, kastanjes en eiken. De prehistorische grotten in deze gemeente zijn niet toegankelijk voor het publiek
Er is een sportcircuitje uitgezet het ‘Circuit trial-enduro’. U kunt er slapen in Les Gîtes du Greil Haut.
SAINT PARDOUX ET VIELVIC
Saint Pardoux et Vielvic zijn twee dorpjes die ten tijde van de Franse revolutie samengevoegd zijn. Ze liggen in het forêt de la Bessède.
Vanzelfsprekend is her en der op het grondgebied van de gemeente het een en ander aan archeologisch materiaal gevonden, maar echt een naam mag het niet hebben.
Op het grondgebied vindt u verder wat kerkjes en het Château de Campagnac uit de 15e eeuw. Dit kasteeltje diende oorspronkelijk als een vooruitgeschoven verdedigingswerk van de stad Sarlat, en is na verschillende eigenaren nu weer in handen van de stad Sarlat.
Ieder jaar is vindt er ook een luchtvaartfestival plaats rond Belves: de vliegtuigen en ballonnen vertrekken van uit het Aérodrome de Belvès-St-Pardoux. U kunt hier wandelen door het forêt de la Bessède.
|